china

Dit zijn de vier populairste locaties om een remote IT team op te zetten in 2022

 

Het is op dit moment lastig voor Europese bedrijven om aan goede IT-ers, engineers, data specialisten en andere technisch personeel te komen. Sinds jaar en dag zoeken bedrijven daarom over de grens naar oplossingen in de vorm van een remote team of outsourcing. Maar wat is nu de beste bestemming voor het opzetten van zo’n remote team? Waar vind je een grote pool aan hoogopgeleide mensen die goed Engels spreken? We leggen vier populaire bestemmingen onder de loep: India, China, Argentinië en Polen.

India heeft meer tech talent in huis dan Silicon Valley

De Indiase talentenpool

Volgens een onderzoek van Price Waterhouse Coopers is India is niet alleen de grootste IT hub ter wereld, maar trekken steden zoals Bangalore en Pune meer tech talent aan dan Sillicon Valley. India heeft een van de grootste en hoogst opgeleide talentenpools ter wereld. Er komen ieder jaar zo’n anderhalf miljoen studenten van de technische universiteiten in het land en dat zijn niet de minste. Zes van de zeven Indiase universiteiten met een QS World University Ranking zijn namelijk technische universiteiten. Volgens onderzoek van Gild scoorden Indiase ontwikkelaars maar liefst 11% beter dan hun Amerikaanse collega's op reken- en wiskundige assessments. Indiërs spreken daarnaast uitstekend Engels, de tweede officiële taal van het land. 

De Indiase IT-markt 

India is het land met de meeste ISO-9000 gecertificeerde softwarebedrijven ter wereld. ISO staat voor International Standard Organization en het certificaat garandeert de kwaliteit van het ontwerp, de ontwikkeling, de productie en de installatie van software. Daarnaast bevinden ruim 75 procent van de wereldwijde CMMI Level 5 gecertificeerde IT-bedrijven zich in India. Het CMMI is een schaal die aangeeft op welk niveau de software-ontwikkeling van een organisatie zit. Het model onderscheidt vijf niveaus, waarvan 1 slecht ontwikkeld is en bij 5 het ontwikkelingsproces als een geoliede machine loopt. Met ongeveer 67% van de wereldwijde markt is India 's werelds grootste outsourcing bestemming voor de IT-industrie. In India’s outsourcing-markt zijn op dit moment zo’n 5 miljoen ontwikkelaars werkzaam, die zich specialiseren in app ontwikkeling, zowel native als hybride, de programmeertalen Python, Java, JavaScript, C/C++ en PHP en het land ontwikkelt zich snel op het gebied van machine learning, AI, GIS en blockchain technologieën.

Het voordeel van outsourcen naar India

Met het outsourcen van uw IT of R&D naar India kunt u niet alleen flink op de kosten besparen, zo’n 50 tot 80%, maar kunt u het tijdsverschil van 4,5 uur (3,5 in de zomer) ook in uw voordeel laten werken. Bijvoorbeeld door problemen op te lossen voordat uw Europese werknemers of gebruikers er last van zullen ondervinden. Het Haagse ARS Traffic & Transport Technology, een toonaangevende marktspeler in technologische verkeersoplossingen, heeft om deze reden al twintig jaar een R&D vestiging in India. Naast software ontwikkeling, worden de trajectcontrolesystemen en matrixborden langs de Nederlandse snelwegen vanuit het Indiase ARS T&TT kantoor gecontroleerd. “Als er een systeem uitvalt kunnen we, door het tijdsverschil, voordat de spits begint het systeem al repareren”, vertelde CEO Jan Linssen ons. 

China investeert om een belangrijke tech bestemming te worden

De Chinese talentenpool

De Chinese overheid investeert nu al een aantal jaar in het verbeteren van de tech sector in het land en het lijkt z’n vruchten af te werpen. China is niet alleen de geboorteplaats van grote techbedrijven zoals Huawei, Alibaba en ByteDance, het moederbedrijf van de app TikTok, maar staat nu ook op de 14e plaats van de Global Innovation Index. Dat is een jaarlijkse ranglijst waarin 126 landen worden gerangschikt op basis van hun innovatievermogen. Ook zijn wetenschap en wiskunde belangrijke aandachtspunten op Chinese scholen en universiteiten, waardoor er jaarlijks zo’n 5 miljoen IT-studenten afstuderen. Omdat technologie een relatief nieuw speerpunt van de Chinese overheid is, is de IT-sector wel nog erg jong. Zo’n 57 procent van de Chinese ontwikkelaars heeft slechts een tot drie jaar werkervaring. Ze zijn daarmee een stuk minder ervaren dan hun internationale collega's, waar de helft juist vier tot tien jaar ervaring heeft. 

De Chinese IT-markt

De Chinese IT-sector heeft volgens experts een sterk gefragmenteerde karakter. Er zijn maar weinig grote IT bedrijven te vinden en de kleine bedrijfjes richten zich allemaal op de binnenlandse markt. Dat komt mede omdat de Chinese ontwikkelaars vaak weinig tot geen Engels spreken. China houdt zich nu vooral bezig met productontwikkeling en low-end, relatief ongecompliceerde IT-toepassingen. Ondanks dat de IT-producten die in China ontwikkeld worden simpeler zijn, ligt de prijs niet extreem laag meer. Gemiddeld kan er op een kostenbesparing van 40% worden gerekend. Een van de grootste obstakels voor buitenlandse bedrijven die naar China zouden willen outsourcen, is het gebrek aan bescherming van intellectuele eigendom. Al is de regering nu al wel hard bezig om piraterij en andere vormen van schending van intellectueel eigendom harder aan te pakken. Chinese ontwikkelaars blinken over het algemeen uit in functioneel programmeren en de programmeertalen Python en Shell script.

Argentinië is de nummer 1 outsourcing locatie voor Amerikaanse bedrijven

De Argentijnse talentenpool

In de afgelopen 20 jaar heeft Argentinië flink geïnvesteerd in technisch hoger onderwijs, waardoor er nu jaarlijks zo’n 90.000 studenten met een technisch diploma de universiteit verlaten. In de afgelopen jaren zijn verschillende Argentijnse universiteiten op prestigieuze internationale ranglijsten verschenen, waaronder QS, het Center for World University Rankings (CWUR) en Times World University Ranking. De Argentijnse talentenpool is daardoor in korte tijd gegroeid tot zo’n 135.000 ontwikkelaars. Volgens de 2019 Global Skills Index van Coursera zijn de Argentijnse ontwikkelaars de beste software engineers ter wereld. Daarnaast spreken ze ook nog eens het beste Engels van heel Latijns-Amerika. De kostenbesparing die outsourcen naar Argentinië u zou kunnen opleveren, hangt van de grillige economie af. Op dit moment is het land relatief goedkoop en zou het neerkomen op zo’n 40 procent, maar in goede tijden is dit eerder 20. 

De Argentijnse IT-markt

Ondanks de zwalkende Argentijnse economie laat de IT-sector van het land al een decennium sterke groei zien van zo’n 3 tot 5 procent per jaar. Dat komt mede omdat de Argentijnse overheid de groei van deze sector al in 2004 een prioriteit maakte door de Ley de promoción de la industria del software in te voeren. Door deze wet is de sector volledig vrij van restricties op buitenlandse investeringen, softwareontwikkeling is daardoor de belangrijkste bron van buitenlandse investeringen, wel 58 procent, in Argentinië geworden. De Argentijnse IT-sector omvat ongeveer 3.800 bedrijven, waaronder grote namen zoals IBM, Intel, Motorola, Microsoft, Oracle, Siemens, en Gameloft. Het is de nummer 1 outsourcing bestemming voor bedrijven uit de Verenigde Staten door het nihile tijdsverschil. Met Europa is het verschil juist wel flink, Nederland loopt vier uur voor. Outsourcing bedrijven in Argentinië zijn gespecialiseerd in app development, open source-projecten, Cloud Computing, Magento, PhP en DevOps. 60 procent van de IT-bedrijven is ISO9001 gecertificeerd.

Polen is de Finech locatie van de Europese Unie

De Poolse talentenpool

De beste universiteiten in Polen zijn vier technische universiteiten, er studeren dan ook jaarlijks zo’n 140.000 technische studenten af. Niet alleen onder Poolse, maar ook internationale studenten zijn IT-opleidingen in het land heel populair door het hoge niveau en lage kosten. De IT-industrie in Polen telt zo’n 300.000 ontwikkelaars, maar 80 procent van hen is werkzaam in de R&D-kantoren van techreuzen zoals Motorola, IBM en Shell. Polen staat namelijk bekend als de R&D-hub van Europa. Slechts 20 procent van de Poolse ontwikkelaars is daarom beschikbaar voor outsourcingsprojecten. Polen kent geen tijdsverschil en ook geen grote culturele verschillen met de meeste West-Europese landen, de prijzen zijn dan ook van Europees niveau. De kostenbesparing door het uitbesteden van IT of R&D zal rond de 20-30 procent liggen.

De Poolse IT-markt

De Poolse IT-markt groeit stabiel tempo. In 2019 groeide de sector met zo’n 2,9 procent en stegen de inkomsten met 4,6 procent. Daarmee is de IT-industrie goed voor zo’n 8 procent van het Poolse BBP. Naast de vele grote multinationals die in Polen hun R&D gevestigd hebben, staat het land ook bekend als een goede locatie voor FinTech projecten. Het ontwikkelen van dit soort projecten vereist ervaring om ze bug-vrij te maken en, nog belangrijker, veilig voor de gebruikers. Poolse ontwikkelaars zijn experts op dit gebied. Polen is de grootste FinTech markt in de Europese Unie met een geschatte waarde van € 856 miljoen. Omdat Polen lid is van de EU volgt het de Europese privacy en intellectuele eigendomswetten. Dit kan Europese bedrijven een enorm voordeel bieden als ze een webontwikkelingsproject willen starten. Front-end en back-end ontwikkeling is dan ook een veel gevraagde service door Europese bedrijven. Ook staan Poolse ontwikkelaars bekend om hun specialisme in PHP, Java en .NET. 

Dit is hét moment om te outsourcen

Alle vier locaties kennen hun voordelen en nadelen, maar een ding is duidelijk. Sinds de uitbraak van de pandemie staan we wereldwijd voor een flinke uitdaging. Bedrijven hebben een zware financiële klap gehad, maar tegelijkertijd is de behoeften aan digitale oplossingen voor klanten en werknemers toegenomen. Snijden in uw IT budget is in de huidige digitale wereld onmogelijk en daarom is het outsourcen van interne IT-afdeling een oplossing die veel geld kan besparen. Benieuwd welke voordelen outsourcen naar India heeft voor uw bedrijf? 

 

Giet- en smeedwerk leverancier Prins: ‘Binnen een paar jaar komt 40% van onze productie uit India’

 

Prins, een van de grootste internationale leveranciers van giet- en smeedwerk, is al 23 jaar actief in China. In 2017 besloot het Amersfoortse bedrijf om ook eens naar de mogelijkheden in India te kijken. “We wilden niet langer alleen afhankelijk zijn van China”, vertelt Erik Sattler, de CTO van Prins. “Door ook in India te starten spreiden wij niet alleen onze risico’s, maar hebben onze klanten ook nog eens een uitgebreidere keus qua productiemethoden”

CTO Erik Sattler op bezoek bij een Indiase gieterij

CTO Erik Sattler op bezoek bij een Indiase gieterij

Terug naar 2016. Trump komt aan het roer in de Verenigde Staten en start een handelsoorlog met China. Prins heeft op dat moment al zo’n 20 jaar een behoorlijk gedeelte van z’n productie van giet- en smeedwerk uitbesteed in China, maar kijkt al een paar jaar met een schuin oog naar de ontwikkelingen in India. “We waren al sinds 2010 aan het nadenken over een mogelijke stap die kant op, maar we waren nog te druk met onze 70 lokale leveranciers en de interne organisatie van Prins China”, legt Sattler uit. “In India een bedrijf opzetten is iets waar je de tijd voor moet nemen, je erin moet verdiepen alvorens je daar succesvol kunt starten. Maar de wereldwijde politieke ontwikkelingen deed bij ons, en onze klanten, de wens groeien om ook een andere productiebasis te hebben naast China, dus besloten we in 2017 toch echt vol voor India te gaan.”

‘Onze agent in India was een gelukstreffer’

Om dit besluit kracht bij te zetten neemt Prins al snel een Indiase contactpersoon in dienst. “We kwamen via via bij Jay terecht en dat was een echte gelukstreffer”, vertelt Sattler. “Hij was bekend met onze sector en onze wensen. Daarnaast werkt hij ook voor een Duits bedrijf, waardoor hij de Europese standaarden en verwachtingen goed snapt.” Het is belangrijk om zeker te weten dat een agent ook voor een ander bedrijf werkzaam is, als er nog geen entiteit in India is opgezet. Op deze manier beschermt een bedrijf als Prins zich tegen het gevaar voor een aanmerking als permanent establishment.

Inmiddels heeft Prins het aantal leveranciers in China teruggeschroefd naar 40 en is, met hulp van Jay, in India met zo’n 30 gieterijen en smederijen in zee gegaan. “We zitten in India met de meeste van deze gieterijen nog wel in het sample traject”, legt Sattler uit. “Dat betekent dat we nog niet op grote schaal produceren. Het lijkt misschien gek om na 3 jaar nog steeds in zo’n voortraject te zitten, maar al onze producten zijn custom-made en we hanteren een hoge standaard. We moeten dus eerst flink investeren in gereedschappen en modellen alvorens we echt van start kunnen. Onze klanten zijn tot nu toe allemaal zeer tevreden en dat zegt wat, het zijn namelijk allemaal wereldspelers met een flink eisenpakket.”

Direct contact via Whatsapp 

Ook qua samenwerking kleven er voor Sattler fijne voordelen aan de productie in India. “Al mijn contacten in India spreken goed Engels. Ik heb nu vanuit Nederland gewoon via WhatsApp contact met de directeuren van de gieterijen.” Rechtstreeks contact resulteert in meer persoonlijke aandacht voor de leveranciers, een belangrijk aspect van zakendoen in India. “Wij, Europeanen, willen alles snel en zakelijk, maar de Indiase directeuren vinden het juist heel belangrijk een hechte, persoonlijke band op te bouwen met hun Nederlandse zakenpartners. Het is een van de belangrijkste lessen die ik in India heb geleerd: ga die persoonlijke relatie niet uit de weg, dat kost je je succes.”

Het rechtstreekse contact biedt Sattler ook de mogelijkheid de Indiase leveranciers op ongewenste gedragingen aan te spreken. “We hebben regelmatig te maken met de Indiase hiërarchische verhoudingen. Mijn Indiase collega’s komen er dan bij zo’n directeur gewoonweg niet doorheen en pas als ik aan de telefoon kom, verandert er wat. De goede verhouding zorgt er dan wel voor dat ik ze direct op dat gedrag kan aanspreken. Zolang je niet iedere week met die boodschap aan de telefoon hangt, merk je dat er openheid is aan de andere kant om zich aan onze werkwijze aan te passen.”

India-prins-smederij

‘Het opzetten van een entiteit lieten we over aan experts‘

Nu Prins de basis in India heeft gelegd, is het tijd voor de volgende stap. “Allereerst moeten we gaan opbouwen qua volume. We verschepen jaarlijks zo’n 400 containers vanuit China, daar willen we in India ook naar toe werken. Daarnaast willen we in India een zelfde soort logistiek en testcentrum gaan opzetten als we in China hebben. Dat is belangrijk om de kwaliteit voor onze klanten te kunnen waarborgen, maar dat betekent ook dat we op korte termijn extra mensen zullen gaan aannemen.” 

Prins startte daarom een jaar geleden met het opzetten van een eigen entiteit in India. “We hebben veel geleerd bij het opzetten van ons bedrijf in China, onder andere dat er veel extra tijd in gaat zitten”, vertelt Sattler. “Dus besloten we dat deze keer samen met de experts van IndiaConnected te doen. India kan enorm bureaucratisch zijn, er was duidelijk een gigantische papiermolen voor nodig om ons bedrijf op te richten. Maar wij hoefden daar ons gelukkig niet mee bezig te houden, omdat IndiaConnected die last voor z’n rekening nam en zo konden we ons vol op belangrijke zaken richten.”

Produceren in India tijdens het coronavirus

De uitbraak van het coronavirus heeft de doelen van Prins in India enigszins vertraagd, maar Sattler ziet 2021 positief tegemoet. “Alle producenten waarmee wij samenwerken zijn inmiddels weer opgestart. We hebben met een aantal leveringen wel vertraging opgelopen, maar onze klanten zijn tot nu toe zeer te spreken over de producten die uit India komen. Zeker over de interessante prijs/kwaliteitsverhouding. Op sommige gebieden wordt China namelijk wat duur. Ik verwacht dat binnen een paar jaar 40% van onze productie uit India komt.”

 

De coronacrisis heeft India in een stroomversnelling gebracht: deze ontwikkelingen moet u als Europees bedrijf in de gaten houden

 

De Indiase lockdowns maakten zaken doen in het land een paar weken lastig: massaal thuiswerken, verstoorde exportketens en productielijnen die stil kwamen te liggen. Maar tegelijkertijd ontwikkelden er ook een hoop nieuwe, blijvende gewoontes die bedrijven op termijn juist interessante mogelijkheden bieden. Tenminste, als je weet waar je moet zoeken. Shashank Verma, hoofd Sales Order Management voor Maier + Vidorno, de partner van IndiaConnected in India, deelt welke sectoren u de komende tijd scherp in de gaten moet houden.

shutterstock_1695537283.jpg

Van cash naar online betalen: e-commerce is booming

Volgens Verma moest India flink omschakelen toen de Modi regering mid-maart de eerste lockdown aankondigde. “India kwam in een klap thuis opgesloten te zitten, dus alles, zelfs boodschappen, moest worden bezorgd. Dit heeft ervoor gezorgd dat online shoppen van de een op de andere dag ingeburgerd is in India. We zien zelfs een toename in de online verkoop van auto’s. Normaal gaan we hier in India veel naar grote shoppingmalls, maar nu probeert iedereen zoveel mogelijk weg te blijven van grote mensenmassa’s. Online winkelen is de efficiënte en veilige oplossing en die blijft zeker nog de voorkeur hebben tot er een vaccin is gevonden.” 

Ondanks dat het in India heel normaal is om cash aan de deur te betalen voor je online bestelde product, stopten de grote, online platformen zoals Amazon India, BigBasket, Flipkart en Zomato al snel met het aannemen van cash geld. Ze pushten de consumenten daarmee over te stappen naar online betalingsapps zoals Paytm. Volgens Verma is dit een hele belangrijke ontwikkeling voor bedrijven die de Indiase e-commerce markt willen gaan verkennen. “Aan een cash betaling kleven normaal nadelen voor een bedrijf. De verkoper moet extra belasting betalen als er cash wordt ontvangen en kan bijvoorbeeld niet de bezorgkosten in rekening brengen als de klant het product aan de deur weigert. Die nadelen vallen weg nu online shoppen en online betalen het nieuwe normaal worden in India.”

‘India gaat China van de troon stoten als beste plek om te produceren

Tot de uitbraak van het COVID-19 virus dachten ondernemers bij het outsourcen van hun productie snel aan China, maar de huidige situatie toont aan dat het slim is om de kansen te spreiden. Fokker Elmo deed dat door niet een tweede fabriek in China te starten, maar een nieuwe in India neer te zetten. Ze plukken daar tijdens deze crisis de vruchten van. Verma ziet dat ook de Indiase regering deze kans met beide handen wil aangrijpen. “Een van de grote uitdagingen als je wil produceren in India, is het kopen van land met een industriële bestemming. De staten hebben daarom allemaal de opdracht gekregen te kijken naar land wat hiervoor beschikbaar gesteld kan worden en met succes. In totaal is er nu een gebied beschikbaar dat twee keer zo groot is als Luxemburg beschikbaar voor producenten die van China naar India willen vertrekken of een tweede productiefaciliteit willen openen.”

“Ook wil India zich meer gaan profileren als een exportland”, vertelt Verma. “We zullen daarom de regelgeving zien versoepelen voor bedrijven die wel in India produceren, maar niet met hun producten de Indiase markt op gaan. Een eerste voorbeeld is General Motors, zij zijn sinds 2017 gestopt met het verkopen in India, maar produceren nog altijd voor de export.” De nieuwe, Indiase PLI-subsidie onderschrijft dit streven verder. Producenten van smartphones kunnen met deze regeling hun productie op een zeer voordelige manier naar India verplaatsen. “Apple komt daarom al deze kant op en we horen geluiden dat Samsung zijn fabriek misschien ook verder gaat uitbreiden. Dat succes smaakt bij onze regering naar meer, ik verwacht daarom dat er ook voor andere sectoren stimulansen zullen komen.”

India wil technologische oplossingen die menselijk contact beperkt

De uitbraak van het coronavirus in India heeft volgens Verma de behoefte aan zelfservice opties doen toenemen. “Bedrijven die technologische oplossingen hebben waardoor er minder menselijk contact nodig is voor simpele dagelijkse taken zoals tanken, de auto wassen of afrekenen, moeten zich zeker in de Indiase markt verdiepen. Door de huidige situatie is de interesse in oplossingen die zelfstandig of zelfs remote kunnen worden uitgevoerd groot. En dat geldt niet alleen voor de consument, maar bijvoorbeeld ook voor de distributie, landbouw en medische sector.”

Daarnaast verwacht Verma dat India internationale bedrijven op dit gebied ook meer kan gaan bieden. “We zien normaal veel jonge, intelligente en technisch geschoolde Indiërs naar het buitenland vertrekken, maar dat is door de coronacrisis niet mogelijk. Er is dus minder ‘braindrain’ op dit moment en deze groep wil zich graag ontwikkelen binnen een internationale organisatie. Dat zal een win-win situatie opleveren voor bedrijven die zoeken naar gemotiveerd en ambitieus talent.” 

‘Vocal about local and let’s make it global’

Het steunplan van de Indiase regering dat het land uit de coronacrisis moet leiden, klonk erg isolationistisch. President Modi moedigde zijn land aan zoveel mogelijk Indiase producten te kopen: ‘be vocal about local’. “Toch hoeven internationale bedrijven zich geen zorgen te maken over hun positie in het land, India wil heel graag meer buitenlandse investeringen binnenhalen”, zegt Verma. “India importeert normaal gesproken miljarden aan producten uit China en door de uitbraak van het virus worden we met onze neus op de feiten gedrukt dat we minder afhankelijk moeten zijn van import. De uitspraak “vocal for local” is dus niet om bedrijven af te schrikken naar India te komen, wel om de Indiërs aan te sporen meer producten in eigen land te gaan produceren. Tegelijkertijd zien we de komst van buitenlandse bedrijven als een mooie kans voor ons land.” 

Benieuwd welke kansen er in India liggen voor uw bedrijf?