Hightech Helmonds maakbedrijf produceert nu ook in India

 

De Helmondse machinebouwer kwam eigenlijk bij toeval in India terecht, maar ziet het land nu als belangrijke strategische productielocatie, vertelt directeur Robert Manders. “Onze Indiase fabriek biedt ons concurrentievoordeel op lange termijn.”

Directeur Robert Manders met collega Simran Oberoi op kantoor in India (foto: MTA)

Directeur Robert Manders met collega Simran Oberoi op kantoor in India (foto: MTA)

Ludhiana is het Helmond van India. De hoofdstad van deelstaat Punjab mag dan bijna twee miljoen inwoners tellen, voor Indiase begrippen is dit een provinciestadje. Net als Helmond staat Ludhiana bekend om zijn maakindustrie – van textiel tot hoogwaardige machines. Zo is Ludhiana de grootste fietsenproducent van Azië en worden er allerhande auto- en motoronderdelen gemaakt, onder meer voor Mercedes en BMW. Zo beschouwd is het niet vreemd dat Robert Manders, directeur van de Helmondse mechatronica machinebouwer MTA, in Ludhiana terecht kwam. 

Toch was de keuze voor Ludhiana niet het resultaat van uitvoerig marktonderzoek– het toeval deed zijn werk. Manders: “In 2005 kwam er een Indiër op bezoek bij ons buurbedrijf, met wie we destijds een productielocatie deelden. We raakten aan de praat en hij bleek eigenaar te zijn van een radiateurenfabriek voor de automotive sector. Bij onze buurman wilde hij tweedehands CNC-machines kopen. Al pratend vertelde hij dat hij overcapaciteit had in zijn toolshop. Zo kwamen we op het idee om die capaciteit exclusief voor MTA in te gaan zetten voor het produceren van onderdelen.”

“Dit was beslist geen boerenschuur, maar een serieuze fabriek waar een paar honderd man werkten.”

Een jaar later reist Manders voor het eerst naar India. De eerste paar dagen wordt hij meegenomen naar lokale netwerkborrels, knipt hij lintjes op recepties en komt hij niet eens in de buurt van de Indiase fabriek – laat staan dat hij binnen kan kijken hoe het er daar aan toegaat. Pas na vier dagen en flink aandringen gaan de poorten voor hem open. De sociale aangelegenheden blijken niet bedoeld om iets te verbloemen. Manders: “Voor Westerse standaarden stond er een goed geoutilleerde toolshop met CNC machines van A-merken. Dit was beslist geen boerenschuur, maar een serieuze fabriek waar een paar honderd man werkten.”  

MTA Engineers werken aan een nieuwe machine (foto: MTA)

MTA Engineers werken aan een nieuwe machine (foto: MTA)

De samenwerking komt echter met horten en stoten op gang. Het ontbreekt het Indiase bedrijf aan een goede structuur voor dit soort werkzaamheden en als gevolg van personeelsverloop verdwijnt er voortdurend vakkennis aan Indiase zijde. In 2016 krijgt de samenwerking een nieuwe wending als productiemanager Simran Oberoiontslag neemt bij de Indiase leverancier en zich direct meldt in Helmond. Manders nodigt Oberoi uit voor een werkstage van een jaar in Nederland en gaandeweg ontstaat het idee dat Oberoi een eigen productielocatie voor MTA gaat opzetten en leiden in India. Met advies en ondersteuning van IndiaConnected worden de mogelijke scenario’s in kaart gebracht en het hele traject opgezet en uitgerold. Equipment en processen uit Helmond worden gekopieerd en in april 2018 gaat de Indiase fabriek open.

“De Indiase fabriek biedt de broodnodige extra capaciteit die in Nederland schaars is.”

Manders: “We werken nog steeds samen met onze eerste Indiase leverancier, maar in onze eigen fabriek kunnen we meer hoogwaardige onderdelen produceren. We hebben de productie zelf in de hand en de kennis blijft makkelijker behouden omdat we meer grip hebben op onze medewerkers.” De Indiase fabriek biedt MTA de broodnodige extra verspaningscapaciteit die in Nederland schaars is. “Zeker bij ons in de regio waar giganten als ASML de toelevermarkt domineren is het essentieel om zelf over stabiele en hoogwaardige productiecapaciteit te beschikken op een aantrekkelijk kostenniveau.”

In India worden – net als in Helmond – onderdelen gemaakt voor mechatronische machines en systemen die MTA ontwikkelt en levert aan toonaangevende Original Equipment Manufacturers (OEMs). Toepassingen en afzetmarkten zijn zeer divers, vertelt Manders. “Zo hebben we bijgedragen aan de ontwikkeling van de eerste industriële 3D metaalprinters waarmee 24/7 metalen onderdelen kunnen worden geprint. Ook hebben we equipment ontwikkeld voor een non-stop folie aanvoer aan een krimpfolie verpakkingslijn en momenteel werken we aan een robot voor toepassing in de tomatenteelt.” Het zijn slechts een aantal voorbeelden waarbij MTA naast de ontwikkeling ook de industrialisatie en seriematige bouw van systemen voor haar rekening neemt. Vanuit Helmond én vanuit het Helmond van India.

Wilt u de mogelijkheden verkennen voor een eigen fabriek in India? Neem contact met ons op.

 

Mededingingswet in India: wat moet u weten?

 

Google en Monsanto werden onlangs fiks beboet voor het schenden van de Indiase Mededingingswet. De Indiase mededingingsautoriteit geldt dan ook als een van de strengste ter wereld. Een buitenlands bedrijf dat via een overname of fusie naar India wil komen, kan zich dus maar beter precies houden aan de mededingingsregels. 

Competition-Commission-of-India.jpg

Wat is mededingingsrecht?
Het mededingingsrecht heeft als doel om het systeem van de vrije markt optimaal te laten functioneren. De achterliggende gedachte is dat eerlijke concurrentieertoe leidt dat producten en diensten steeds beter en goedkoper worden voor de consument. Eerlijke concurrentie is dus een stimulans voor bedrijven om te innoveren. Het mededingingsrecht ziet erop toe dat elk bedrijf een eigen strategie op onafhankelijke wijze ontwikkelt. Ter verwezenlijking van dit doel verbiedt de Indiase mededingingswetgeving elke wederzijds voordelige overeenkomsten tussen bedrijven die tot gevolg hebben dat mededinging merkbaar wordt beperkt en de machtspositie wordt misbruik.

Wat is verboden op grond van de Mededingingswet van India?
De mededingingswetgeving van India, zoals verankerd in Competition Act, 2002 (hierna, ‘Mededingingswet’), houdt toezicht op economische activiteiten die concurrentie binnen de markt kunnen monopoliseren. Deze Mededingingswet verbiedt alle zakelijke regelingen die een verwevenheid zouden kunnen vormen binnen de keten van levering, distributie, opslag, verwerving en controle van goederen of diensten. De Mededingingswet identificeert drie gebieden van mogelijk concurrentiebeperkend gedrag:

Concurrentiebeperkende overeenkomsten
Elke overeenkomst die leidt of kan leiden tot een merkbaar nadelig effect op de concurrentie. De overeenkomst hoeft niet formeel of schriftelijk te zijn; het kan worden afgeleid uit de omstandigheden.

Misbruik van dominante positie
Hoewel de wet ‘dominantie’ niet verbiedt, is misbruik ervan door prijsmanipulatie, uitbuiting of uitsluiting verboden. Een bedrijf heeft een machtspositie als deze concurrenten of consumenten in zijn voordeel kan beïnvloeden. Zo bepaalt de Mededingingswet dat geen enkel bedrijf misbruik mag maken van zijn ‘dominante positie’ in de markt door middel van controle over het aanbod, manipulatie van inkoopprijzen, of vaststelling van praktijken die markttoegang voor andere concurrerende bedrijven ontzeggen.

Combinaties
De Mededingingswet verbiedt fusies of andere combinaties die een merkbaar nadelig effect op de concurrentie hebben of kunnen hebben. De Mededingingswet heeft ook vereisten voor voorafgaande kennisgeving voor transacties die aan een bepaalde financiële drempel voldoen (zie hieronder).

Competition Commission of India (CCI)
Competition Commission of India (CCI), een statutaire autoriteit die is opgericht onder de Mededingingswet als een orgaan van de Indiase regering, is verantwoordelijk voor de handhaving van Mededingingswet in India. CCIheeft de bevoegdheid om bedrijven die aan India exporteren/verkopen aan te schrijven als de CCI van mening is dat de betreffende bedrijven de concurrentie op de markt in India negatief kunnen beïnvloeden.

Combinaties die vallen onder de voorgeschrevenmonetaire drempels, gebaseerd op activa of omzet van de partijen (of groepen), vereisen indiening (filing) en voorafgaande goedkeuring van de CCI.

MONETAIRE DREMPELS

Overname: overnemende groep en de partij in India hebben samen Fusie: partijen bij de combinatie hebben samen
In India In India
Activa > $ 300 miljoen (Rs 2000 crore)
Omzet > $ 900 miljoen (Rs 6000 crore)
Activa > $ 1 miljard (Rs 6500 crore)
Omzet > $ 3,5 miljard (Rs 24000 crore)
In India of buiten India In India of buiten India
Activa > $ 1 miljard (Rs 6500 crore), waarvan minstens $ 150 miljoen (Rs 1000 crore) in India

Omzet > $ 3 miljard (19500 crore), waarvan minstens $ 450 miljoen (Rs 3000 crore) in India
Activa > $ 4 miljard (rs 26000 crore), waarvan minstens $ 150 miljoen (Rs 1000 crore) in India

Omzet > $ 12 miljard (Rs 78000 crore), waarvan minstens $450 miljoen (Rs 3000 crore) in India

Een combinatie is een verwerving van een of meer ondernemingen door een of meer personen, of een fusie of samenvoeging van ondernemingen, als deze voldoet aan de voorgeschreven monetaire drempels, en omvat:

  • Elke verwerving van zeggenschap, aandelen, stemrechten of activa of een bedrijf;
  • Elke verwerving van zeggenschap door een persoon over een onderneming, wanneer die persoon al direct/indirect zeggenschap heeft over een andere onderneming in een soortgelijk bedrijf; of
  • Elke fusie of samensmelting van bedrijven.

Procedure CCI
Voordat een bedrijf daadwerkelijk kan fuseren of een ander bedrijf in India kan overnemen, moet er binnen 30 dagen nadat een voorstel is gedaan voor enige vorm van fusie of overname,  een goedkeuring verkregen worden van de CCI.In geval van een fusie moeten beide partijen gezamenlijk goedkeuring van de CCI vragen. In geval van een acquisitie is het overnemende bedrijf verantwoordelijk voor het verkrijgen van de goedkeuring. Dit is echter anders bij een vijandige overname. Hier hoeft de overnemende partij de CCI alleen informatie te verstrekken die voor hen beschikbaar is. De CCI zal vervolgens ‒ indien nodig ‒ andere betrokken partijen vragen om meer informatie te verstrekken.

Bedrijven kunnen het online portaal van de CCI gebruiken om de vereiste documenten in te dienen. CCI biedt ook een mogelijkheid voor pre-filingoverleg in geval van twijfels/vragen. Het advies dat tijdens het overleg voorafgaand aan de indiening is gegeven, is echter niet bindend en geeft mogelijk ook niet noodzakelijk de mening van de CCI weer.

De toetsing door de CCI van de vraag of de betreffende combinatie nadelige gevolgen voor de mededinging binnen de relevante markt in India kan veroorzaken of heeft veroorzaakt, bestaat uit twee fasen: 

  • (i) CCI moet binnen 30 dagen na de ontvangst van de kennisgeving een prima facie mening vormen; en indien een dergelijk advies bevestigt dat er waarschijnlijk een merkbaar nadelig effect zal zijn op de mededinging in India,
  • (ii) moet CCI binnen 180 dagen daarna grondig onderzoek verrichten, hetgeen zou kunnen inhouden dat de directeur-generaal om een apport verzoekt, waarbij de partijen worden gevraagd de details van de combinatie in de voorgeschreven vorm om schriftelijke bezwaren uit te nodigen van degenen die getroffen zijn of zullen worden beïnvloed door de combinatie en die betrokken partijen de gelegenheid geeft om te worden gehoord.

Hierna kan de CCI ofwel: (i) beslissen dat de combinatie is goedgekeurd; of (ii) indien CCI vaststelt dat een combinatie merkbare nadelige gevolgen heeft voor de concurrentie, kan de CCI bevelen dat (a) de combinatie niet in werking wordt gesteld; of (b) wijzigingen voorstellen om de transactiestructuur aan te passen.

Niet-naleving van de Mededingingswet
Onderzoeken in het kader van de Mededingingswet beginnen ofwel wanneer een klager (dat wil zeggen, een informant) een klacht indient of de CCI op zichzelf een reden vindt om een nderzoek te starten. 

Als een bedrijf schuldig wordt bevonden aan overtreding van de Mededingingswet, kan de CCI boetes opleggen tot 10 procent van de gemiddelde omzet van de voorgaande drie jaar. In geval van kartelafspraken kan deze worden uitgebreid tot meer dan 10 procent en tot driemaal de winst die is gemaakt gedurende de gehele duur van de kartelovereenkomst.

Eerder dit jaar legde de CCI een boete van $ 20 miljoen (Rs 136 crore) op aan Google wegens schending van mededingingswetgeving door misbruik van zijn dominante positie.Dit is een duidelijk voorbeeld van waarom internationale bedrijven die actief zijn in India zich moeten houden aan de geldende mededingingswetgeving en op de hoogte moeten zijn van de gevolgen van niet-naleving.

CCI kan ook boetes opleggen als een bedrijf weigert om mee te werken aan een lopend onderzoek. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek tegen Monsanto op basis van prima facie bewijs van het schenden van concurrentie normen. In november 2017 heeft de CCI Monsanto en drie van haar eenheden een boete opgelegd van $ 300.000 (Rs 2 crore) omdat Monsanto niet zou hebben meegewerkt  aan het onderzoek tegen haar functionarissen.

Mededingingswet heeft een sterke invloed op de manier waarop zaken worden gedaan. Een buitenlands bedrijf dat via een overname of fusie naar India wil komen, moet zich houden aan de mededingingsregelgeving van het land.  Ook als er sprake is van een schending van een internationale 'kartel'-activiteit die de manipulatie van prijzen veroorzaakt, heeft de CCI de bevoegdheid deze activiteiten te bestraffen of te beëindigen. De boetes opgelegd door de CCI zijn een van de hoogste in de wereld. CCI heeft niet het laatste woord. Bedrijven kunnen altijd beroep aantekenen bij de National Company Law Appellate Tribunal (NCLAT).

 

Opgelet: Nieuwe wetgeving m.b.t. buitenlandse investeerders in India

 

De Indiase Reserve Bank heeft een zogenaamd Single Master Form (SMF) geïntroduceerd met als doel om de bestaande meldingsstructuren van verschillende soorten buitenlandse investeringen in India te integreren. Met behulp van dit ene formulier kunnen – en moeten – Indiase entiteiten alle investeringen van buitenlandse investeerders en Indiërs die niet woonachtig zijn in India (Non-Resident Indians) melden. 

Investeren in India

Dit formulier moet online worden ingediend. Indiase entiteiten kunnen de gegevens over de totale buitenlandse investeringen invoeren via de RBI-website (www.rbi.org.in) van 28 juni 2018 tot 12 juli 2018. Indiase entiteiten die niet aan deze vereiste voldoen, kunnen geen buitenlandse investeringen (inclusief indirecte buitenlandse investeringen) ontvangen. Het niet melden van buitenlandse investeringen is in strijd zijn met de Indiase Foreign Exchange Management Act van 1999.

Buitenlandse investeringen worden momenteel gemeld met behulp van verschillende formulieren. Het SMF voegt dit samen tot één formulier en vergemakkelijkt zo het zakendoen in India.