invoerrechten India

Dit moeten Europese bedrijven weten over BIS-registratie in India

 

Voor u van start gaat met de import of de productie van uw product in India, is het verstandig om te checken of u een verplichte BIS-registratie nodig heeft. Dat is een keurmerk van de Indiase overheid om de kwaliteit van specifieke producten te kunnen waarborgen. Er zijn registratie opties voor zo’n 900 producten, maar voor ruim 300 producten is de BIS-registratie ook daadwerkelijk verplicht. Bijvoorbeeld etenswaren, huishoudelijke elektrische producten, chemische stoffen, cement en staal. In dit artikel leggen we u uit wat een BIS-registratie precies is en hoe u die kunt verkrijgen.

Bis registratie voor buitenlandse bedrijven

Waar staat BIS voor?

De 'BIS' in BIS-certificatie staat voor het Bureau of Indian Standards, dat is de nationale certificeringsinstantie van India. Het bureau is in 1986 opgericht met als doel: 

  • consumenten veilige goederen te kunnen bieden van betrouwbare kwaliteit

  • het minimaliseren van de gezondheidsrisico's voor de consument

  • veiligheid van mens, plant en dier

  • veiligheid van het milieu

  • voorkoming van misleidende handelspraktijken

  • bevordering van een kwaliteitscultuur door de toepassing van goede productiepraktijken

  • het opleiden van de industrie in verschillende aspecten van standaardisatie en testen

  • bevordering van de export en aanmoediging van importsubstitutie

  • controle op de verspreiding van plantensoorten

  • het minimaliseren van verspilling

Het Product Certificatie Systeem van het BIS is een van de grootste ter wereld, met meer dan 26500 licentiehouders voor meer dan 900 producten. De certificering van het BIS stelt de licentiehouders in staat om het populaire ISI-keurmerk op hun product te gebruiken, wat in India synoniem staat voor een kwaliteitsproduct. Binnen het BIS Product Certificatie Systeem zijn er vier verschillende manieren of ‘schemes’ waarop producenten hun registratie kunnen aanvragen afhankelijk van hun product.

De vier verschillende ‘BIS Certification Schemes’

1. De normale procedure voor binnenlandse fabrikanten 

De aanvrager moet de BIS-certificeringsaanvraag met de vereiste documenten en de vereiste vergoeding indienen. Na indiening van de aanvraag wordt een voorlopige fabrieksbeoordeling uitgevoerd door een BIS-medewerker. Vervolgens worden er in de fabriek monsters getest en worden er ook monsters meegenomen voor onafhankelijke testen in extern laboratorium. De BIS-certificering wordt verstrekt als de monsters aan de standaarden voldoen. Bij deze methode wordt verwacht dat de BIS-certificering binnen 4 maanden na indiening van de aanvraag wordt toegekend.

2. Vereenvoudigde procedure voor binnenlandse fabrikanten 

Bij de vereenvoudigde procedure dient de aanvrager naast de benodigde documentatie voor de BIS-registratie, ook een testrapport van een monster door een door het BIS erkend laboratorium bij te voegen. Als het testrapport voldoet, wordt een controle van het fabrieksterrein uitgevoerd door een BIS-medewerker. De BIS-certificering wordt toegekend als de verificatie van de BIS-functionaris voldoende is. Bij deze methode wordt verwacht dat de licentie binnen 30 dagen na indiening van de BIS-certificeringsaanvraag met de vereiste documenten en het testrapport wordt verleend.

3. ECO Mark Scheme 

BIS-licentie voor milieuvriendelijke producten wordt verleend onder een regeling die losstaat van het normale BIS-certificeringsproces. Milieuvriendelijke producten moeten voldoen aan aanvullende eisen om in aanmerking te komen voor het ECO-merk. De procedure voor het verlenen van de vergunning is echter vergelijkbaar met die van de regeling voor binnenlandse producenten.

4. Foreign Manufacturers' Certification Scheme (FMCS)

Buitenlandse producenten dienen hun BIS-registratie, indien verplicht, via de FMCS aan te vragen. Het is daarnaast ook mogelijk de registratie te verkrijgen als buitenlandse fabrikant als deze niet verplicht is voor uw product. 

Een BIS-registratie aanvragen via de Foreign Manufacturers' Certification Scheme (FMCS)

Voor ruim 300 producten, uiteenlopend van airconditioners tot aluminiumfolie, dienen buitenlandse producenten verplicht een BIS-certificatie aan te vragen. Daarnaast is er een verplichte registratie nodig voor 49 elektronische & IT-producten die niet op de standaardlijst staan, omdat de aanvraag voor die certificering niet via de FMCS verloopt. Meer over deze specifieke aanvraag vindt u hier.  

Om de BIS-registratie te verkrijgen, dient u zich ten eerste aan te melden bij het BIS en de aanvraagkosten voor de registratie te betalen. Wees u ervan bewust dat er voor elk product een aparte applicatie nodig is. De aanmelding bij het BIS kan door twee entiteiten worden gedaan:

  • Uw Indiase liaison of filiaal (zolang het alle rechten van de Reserve Bank of India heeft om een aanvraag in te dienen) 

  • Een wettelijk benoemde agent in India

Het is ten zeerste aan te raden te kiezen voor de tweede optie. Het proces begint namelijk met een hele hoop papierwerk waarin u moet aantonen hoe de kwaliteit van het product wordt gewaarborgd. Er moet op papier worden uitgelegd hoe de productieprocessen precies verlopen, vanaf de aankoop van de grondstoffen tot de manieren waarop het eindproduct getest wordt. Alleen een lokale expert met specifieke ervaring in het aanvragen van BIS-certificering voor internationale bedrijven, begrijpt hoe alles gedocumenteerd en ingediend moet worden. Als u deze opdracht bij uw lokale entiteit neerlegt en zij zonder ervaring hiermee aan de slag gaan, loopt u geheid een vertraging van meerdere maanden op.

Als uw vertegenwoordiger alles heeft ingediend, wordt uw aanvraag door het BIS onderzocht. Wordt deze compleet bevonden, dan wordt uw aanvraag officieel geregistreerd. Vervolgens wordt er met uw Indiase vertegenwoordiger een bezoek aan uw productiefaciliteit gepland. De kosten voor dit bezoek zijn voor uw rekening en omvatten de werkdagen, de reis- en verblijfskosten en de dagvergoeding van de BIS-medewerker. Tijdens het bezoek controleert de inspecteur de volgende zaken:

  • Of uw productieproces en uw testfaciliteiten voldoen aan de Indiase standaarden

  • De bekwaamheid van uw vaste testpersoneel

  • Of monsters van uw product voldoen aan de eisen van de Indiase norm.

De BIS-inspecteur doet niet alleen testen ter plaatsen, maar neemt ook monsters die u moet laten testen door een extern, door het BIS erkend laboratorium in India. Ook de kosten voor deze testen zijn voor u.

Als het BIS de resultaten van de inspectie voldoende acht en ook de onafhankelijk geteste monsters voldoen aan de Indiase standaard, dan ontvangt u uw BIS-registratie. Uw vertegenwoordiger dient vervolgens de voorwaarden van de BIS-overeenkomst te tekenen. Dat houdt in dat u bereid bent te voldoen aan de Scheme of Testing and Inspection (STI) en de jaarlijkse minimum marking fee en de licentievergoeding zal betalen. 

Minimum marking fee en licentievergoeding 

U moet de jaarlijkse minimum marking fee (hoogte is afhankelijk van uw product) en de licentievergoeding (₹1000) betalen zodra de BIS-registratie toegekend is. Daarna kunt u de marking fee of per kwartaal of per jaar betalen. Een BIS-licentie wordt normaal gesproken de duur van één jaar verleend, maar voor de meeste producten zijn er verlengingsopties tot 5 jaar mogelijk.

Het verlengingsproces is een stuk eenvoudiger dan de eerste BIS-registratie, omdat er geen bezoek aan uw faciliteit meer nodig is. Bij een verlengingsaanvraag moet u de volgende documenten indienen:

  1. Verlengingsformulier

  2. Productiedetails van de met ISI gemarkeerde producten

  3. Verlengde bankgarantie (zes maanden langer dan de geldigheid van de vergunning)

  4. Bewijs van afdracht van de marking fees

No Objection Certificate

Het komt wel eens voor dat de code van uw product bij de douane aangeeft dat er een BIS-registratie nodig is, maar dit niet het geval is. Daarnaast gebeurt het regelmatig dat de douane producten die "vergelijkbaar" zijn met uw product en onder de "verplichte certificering" vallen, door elkaar halen. Uw product wordt dan vastgehouden door de autoriteiten, wat leidt tot flinke vertragingen, en u kunt zelf beboet worden.  

Om dit te voorkomen is er een speciaal "No Objection Certificate" (NOC) aan te vragen bij het BIS, die bewijst dat het materiaal niet onder de "verplichte certificering" valt. BIS controleert per geval aan de hand van testrapporten, productspecificaties, verklaringen en andere bewijsstukken of een NOC van toepassing is. De vergoeding voor dit certificaat is echter beperkt. Het duurt ongeveer twee maanden om een NOC te krijgen. Een NOC wordt afgegeven voor elke import van hetzelfde product en moet samen met de vrachtdocumenten worden overgelegd. 

 

Vijf tips voor export naar India

 

Exporteren naar India is een interessante manier voor Europese bedrijven om te starten met verkopen in het land, maar het vraagt wel om een goede voorbereiding, maatwerk en geduld. Dit zijn onze vijf tips voor exporteurs die India willen veroveren.

1. Beschouw India als een continent

Bedenk dat de interne markt van de EU verder ontwikkeld is dan de Indiase interne markt. Dat betekent in de praktijk dat het eenvoudiger is om een vrachtwagen van Portugal naar Duitsland te laten rijden dan van bijvoorbeeld Tamil Nadu naar Gujarat. Het is daarom aan te raden om niet meteen in heel India te beginnen, maar een deelstaat van India te kiezen. Zeker ook gezien de verschillen op deelstaatniveau wat betreft wetgeving, taal, cultuur en klimaat in India.

2. Export naar India vereist maatwerk

De meeste bedrijven die willen exporteren naar India passen hun producten speciaal aan op de behoeften van Indiase consumenten. Denk aan TomTom dat specifiek voor de Indiase markt een navigatiesysteem ontwikkelde dat is gebaseerd op herkenningspunten in plaats van straatnamen; of Dr. Oetker dat zich in besloot te richten op mayonaise in plaats van op diepvriespizza en thuisbakproducten; en denk aan Philips dat sterk vereenvoudigde medische apparatuur ontwikkelt speciaal voor India. Daarnaast moet uw aangepaste product uiteraard ook van topkwaliteit zijn. De hele wereld ziet India als afzetmarkt: de concurrentie is enorm.

3. Houd rekening met invoerheffingen in India

De invoerheffingen in India liggen rond de 30%. Dat betekent dat de daadwerkelijke “landed costs” van uw product (inclusief invoerheffingen, transport, verzekering etc.) voor uw Indiase klant soms wel anderhalf keer uw factuur bedraagt. Houdt daar rekening mee tijdens de onderhandelingen.

U kunt er ook voor kiezen deze onderhandelingen niet zelf te doen, maar met een agent, distributeur of dealer samen te werken. Zo’n lokale partner heeft niet alleen belangrijke kennis van uw sector, maar ook al een flink klantenbestand waar uw product aan kan worden aangeprezen. Benieuwd waar u op moet letten als u op zoek gaat naar een partner in India? Wij leggen hier de verschillende opties naast elkaar:

4. Werkkapitaal in India is duur

Besef dat werkkapitaal in India duur is. De rente op een krediet kan al gauw oplopen tot 20 à 25% per jaar. De hoog kosten van kapitaal vormen een extra reden voor Indiase bedrijven om alleen met buitenlandse leveranciers in zee te gaan die veel toegevoegde waarde kunnen bieden. 

5. Denk out-of-the-box

Hoogwaardige technologie exporteren naar India is doorgaans niet eenvoudig, vanwege de hoge kosten voor de klant. Daarom loont het de moeite om een alternatieve strategie te ontwikkelen voor export naar India. Het Nederlandse bedrijf Fresh Food Technology is daarvan een mooi voorbeeld. De producent van koelopslaginstallaties voor de groente- en fruitsector brak de Indiase markt open door middel van een creatief MVO-project. Door samen te werken met een lokale ngo en een maatschappelijk betrokken investeerder wist het zijn eerste installatie te bouwen in India. Inmiddels komt ruim 30% van de omzet uit India.

 

Brabants ENS Clean Air beleeft moeizame marktentree in India ondanks grote vraag naar unieke technologie

 

Het Brabantse ENS Clean Air en kunstenaar Daan Roosegaarde ontwikkelden samen een zogenaamde smogtoren waarmee fijnstof uit de lucht gehaald wordt. Na het succes in China, stroomden de aanvragen uit India binnen, maar de marktentree verliep moeizaam. “Je hebt een lange adem nodig in India,” zegt Esmée van de Vorle, managing director van ENS Clean Air.

Managing Director Esmée van de Vorle pitch de luchtzuiveringstechnologie van ENS Clean Air tijdens de handelsmissie in India

Managing Director Esmée van de Vorle pitch de luchtzuiveringstechnologie van ENS Clean Air tijdens de handelsmissie in India

De eerste stappen in India

De eerste contacten met India pakte niet zo uit als het Brabants familiebedrijf ENS Clean Air had gehoopt. “We hebben een interessante technologie voor landen waar men met slechte luchtkwaliteit kampt”, vertelt Esmée. “Niet gek dus dat we al snel na de oprichting in 2009 werden benaderd door een mogelijke Indiase partner. Ik ben met mijn moeder, de oprichter van ENS, destijds meerdere malen heen en weer gevlogen om te kijken of we daadwerkelijk een joint venture konden opzetten met deze potentiële partner. Het leek er alleen niet op dat we volledig eigenaar konden blijven van onze technologie en dat deed voor ons meteen de deur dicht. Ons doel is schone lucht voor iedereen, maar op deze manier voelde dat niet juist.” Na deze ervaring verdwijnt India een tijdje van het vizier van ENS. Tot Esmée op een beurs in Duitsland aan de praat raakt met een lokale ingenieur. Die wil het Brabantse bedrijf graag aan het European Business and Technology Centre in Delhi koppelen, omdat hij denkt dat India de technologie van ENS goed kan gebruiken. “Die kans hebben we toen toch maar aangegrepen. Misschien dat we met hulp van Europese experts on the ground wel de juiste partner konden vinden.” 

De aanvragen uit India rollen binnen

Terwijl het Brabantse familiebedrijf met de EBTC aan de slag gaat om een geschikte business partner te vinden in India, start kunstenaar Daan Roosegaarde gelijktijdig zijn wereldtour met de Smog Free Tower. “Dat is een design toren waarin onze luchtzuiveringstechnologie is verwerkt”, legt Van de Vorle uit. “Door die exposure had de hele wereld ineens interesse in ons. Ook vanuit India stroomde de aanvragen binnen” Eén van de geïnteresseerden was de Nederlandse Ambassade in Delhi, die ENS graag wil helpen voet aan de grond te krijgen in India. “En dan gaat het allemaal heel snel”, vertelt Esmée. “Via het EBTC ontmoeten we een geschikte partner waarmee het goed klikt en via ons contact met de Nederlandse ambassade krijgen we niet alleen een opdracht van The American Embassy School om de luchtkwaliteit op hun binnenplaats te verbeteren, maar ook een last minute plekje in de handelsmissie in India onder leiding van premier Rutte.”

Deins er niet voor terug om te pitchen op een kinderfeestje
— Esmée van der Vorle - managing director ENS CLEAN AIR

Een handelsmissie is hard werken

“Handelsmissies zijn vooral een hele fijne manier om contacten te leggen en om exposure te krijgen voor je business”, legt Esmée uit. “Verwacht dus niet dat je na je deelname met allemaal harde deals onder de arm weer thuis komt. Helemaal niet in een land als India waar het opbouwen van een vertrouwensband tussen handelspartners nog eens tien keer zo belangrijk is.” Volgens Esmée is het leggen van goede contacten dan ook één van de belangrijkste lessen die zij van haar moeder leerde over zakendoen en ook graag aan andere ondernemers zou willen meegeven. “Je bent op een zakenreis om te werken, dus moet je gewoon overal je gezicht laten zien. Niet alleen op zakelijke evenementen en bijeenkomsten, je moet 24/7 aan staan.” 

Pitchen op een kinderverjaardag

“Krijg je de kans om elkaar in privésfeer te ontmoeten, grijp die dan zeker aan”, luidt Esmées advies. “Tijdens de handelsmissie met Rutte ontmoette ik onze nieuwe zakenpartner, die het EBTC voor ons had gevonden, voor het eerst in levende lijve. Dat verliep heel succesvol en dus nodigden ze ons uit voor de verjaardag van het nichtje van de eigenaar. Die verjaardag viel precies op onze laatste dag in India, drie uur voor de terugvlucht naar Nederland. Mijn collega twijfelde daarom of het wel slim was om te gaan, maar ik wist dat we dit niet konden laten schieten. Eenmaal op het feest werden we aan de ene na de andere hoge ambtenaar voorgesteld, allen zeer geïnteresseerd in ons bedrijf. Op de laatste dag van de trip stond ik dus op een kinderverjaardag te pitchen voor zo’n twintig hoge piefen.”  

Harde afspraken over de kwaliteit

Inmiddels hebben ENS en hun Indiase partner, Sudhir Power, hun eerste grote klus succesvol afgerond bij The American Embassy School in New Delhi. “Met deze klus konden we ons net gevormde partnership testen. Wij hadden alleen technische supervisie ter plaatse en gaven onze partner, Sudhir Power, verder de vrijheid het installatiewerk op hun eigen manier in te vullen.” Ondanks dat je je, volgens Esmée, in zo’n partnerschap een beetje moet durven overgeven aan de handelswijze van je nieuwe partner, raadt ze bedrijven toch ook aan duidelijk afspraken over manier van fabriceren te maken. “Wij hebben bijvoorbeeld vastliggen dat we de besturingskasten in Nederland produceren en de rest van de onderdelen, zoals de behuizing, worden in India gemaakt. Wel liggen daar strenge eisen over vast, zodat we zeker weten dat de kwaliteit van ons product kunnen waarborgen. Gelukkig hebben wij een partner gevonden die al lang met Europese bedrijven samenwerkt. Ze snappen goed van welke kwaliteit de producten moeten zijn.”

Voordelen van coronacrisis

Met de uitbraak van het coronavirus is de samenwerking tussen ENS en Sudhir tijdelijk op een iets lager pitje komen te staan. “Niet omdat het niet goed tussen ons gaat”, zegt Esmée, “maar omdat we van het begin af aan hebben afgesproken dat we de samenwerking rustig zouden opbouwen. Eerst daten, dan verloven en of we dan ook echt gaan trouwen, ofwel een joint venture gaan oprichten, zien we op termijn wel weer.” Maar de grote impact die COVID-19 op India heeft, zou op korte termijn wel eens interessante kansen kunnen creëren voor de producten van ENS. “We zijn nu nog een echt niche product, maar omdat luchtzuivering ook een belangrijk wapen is in de strijd tegen virussen die zich middels de lucht verspreiden, ontstaat er meer aandacht voor onze technologie. Dat zou ons in de toekomst wel eens iets op kunnen leveren. 

Bureaucratische hobbels

Vooralsnog heeft ENS vooral last van de strenge maatregelen die de Indiase overheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. ENS heeft namelijk na het plaatsen van de zuiveringssystemen in de binnenplaats van The American Embassy School, ook speciale meetapparatuur laten ophangen om te laten zien hoe effectief de systemen werken. “En toen ging ineens het hele land op slot en konden we die apparatuur, die we met een speciaal visum hadden ingevoerd, ineens niet meer op tijd weghalen voor de vergunning verliep”, vertelt de management director van ENS. “Ik dacht de zaak in eerste instantie goed te hebben aangepakt door de Indiase Kamer van Koophandel om advies te vragen. Maar nu blijkt dat die mij van het kastje naar de muur hebben gestuurd en inmiddels ligt er een claim op onze apparatuur. We krijgen nu hulp van Maier+Vidorno, de partner van IndiaConnected in India, en hopen de douane te overtuigen ons de apparatuur te laten terughalen. Zo niet, dan wordt dit een juridische zaak. Ik leer zo een harde les over de bureaucratie in India.”

Familiebedrijf

Ondanks deze tegenslag is India voor Esmée toch vooral een plek waar je met een warme glimlach en oprechte interesse wordt ontvangen. “Vooral het feit dat we een familiebedrijf zijn, opent deuren voor ons. Onze Indiase partner is bijvoorbeeld ook een echte familieonderneming en dat roept niet alleen herkenning op, maar zorgt ook voor een betere vertrouwensband. We zijn heel blij met deze samenwerking. Esmée kijkt er dan ook naar uit om met Sudhir Power de komende jaren stapje voor stapje te gaan bouwen aan een schonere leefomgeving in India. “Bijvoorbeeld door meer scholen te helpen hun pleinen tot veilige speelplekken te maken of de situatie in de Indiase straten een beetje te verbeteren door ons Longen van de Stad concept verder te implementeren. Hopelijk zien we op de langere termijn ook de eerste smog torens in de Indiase steden verrijzen.”