Nederlands waterbedrijf produceert in India en verkoopt wereldwijd

 

In het kader van de Make in India campagne portretteert IndiaConnected Nederlandse bedrijven die produceren in India. In deel 3 van deze serie: Basic Water Needs. Dit Amsterdamse waterbedrijf ontwikkelt en produceert al tien jaar waterfilters in India en verkoopt deze in 30 landen. “Als we ons product in Nederland hadden ontwikkeld, zou het nooit van de grond zijn gekomen.” 

Basic Water Needs zit stevig in de lift. Het Nederlandse bedrijf dat waterfilters ontwikkelt en produceert in India, leverde zijn producten al aan meer dan 2 miljoen mensen in 30 verschillende landen. Het gros van de omzet van het snel groeiende Amsterdamse waterbedrijf komt, behalve uit India, uit Indonesië, Malawi, Filipijnen en Ethiopië.

“Als je een product maakt voor India of vergelijkbare opkomende markten, ligt het voor de hand om ook in zo’n land te ontwikkelen en te produceren,” zegt directeur Jens Groot (30). “Vanuit Nederland kun je moeilijk de behoeften inschatten van Indiase consumenten. Als je dat wel doet, is de kans groot dat je de plank misslaat.”

Produceren in India is bovendien aantrekkelijk, stelt Groot. “Het industrielandschap is goed: er zijn voldoende toeleveranciers die kwaliteit kunnen leveren, de lonen liggen laag en de infrastructuur is op orde. Alles wat we in Nederland kunnen maken, kan net zo goed in India worden geproduceerd.”

De fabriek van Basic Water Needs ligt in de kleine stad Pondicherry in de zuidelijke deelstaat Tamil Nadu. Groot: “Onze leveranciers zitten voornamelijk in Chennai, de 5de stad van India op een paar uur rijden. Ook ligt daar een internationaal vliegveld en een haven van waaruit we onze waterfilters exporteren naar Afrika en de rest van Azië. Ideaal.”

Groot, die in 2012 de overstap maakte van investeringsmaatschappij Rocket Internet (o.a. bekend van Zalando en Hello Fresh), zat de eerste twee jaar maanden achter elkaar in India. “Dat is essentieel als je snel wilt groeien. Je moet relaties opbouwen met leveranciers en het vertrouwen winnen van je team. Anders krijg je niks gedaan en wordt je gillend gek.”

Inmiddels heeft Groot een lokale directeur aangesteld in de Indiase fabriek en houdt hij zich vanuit Amsterdam voornamelijk bezig met de verkoop. Desalniettemin blijft hij de fabriek in India scherp in de gaten houden. “Elke ochtend bel ik met mijn Indiase directeur. Ook zit ik strak op de financiën daar. In Nederland zijn we gewend om medewerkers in het diepe te gooien, maar mijn ervaring in India is dat je mensen beter geleidelijk verantwoordelijkheden kan geven.”

Produceert u ook in India of overweegt u een fabriek te beginnen in India? We helpen u graag verder! 

 

Fabriek in India blijkt gouden greep voor Brabants maakbedrijf

 

In het kader van de Make in India campagne portretteert IndiaConnected Nederlandse bedrijven die produceren in India. In deel 2 van deze serie: Roosen Industries. Dit familiebedrijf produceert hoogwaardige metalen precisieonderdelen in de Indiase stad Kanpur. “Onze fabriek in India heeft onze concurrentiepositie enorm verstevigd” 

In 2003 voerde de destijds 25-jarige Gandert Roosen, zoon van oprichter Harry, een SWOT-analyse uit voor het Brabantse familiebedrijf Roosen Industries. Wat bleek? De producent en leverancier van technisch hoogwaardige metalen halffabricaten en eindproducten kon steeds moeilijker aan voldoende goede vakmensen komen in Nederland en België en zag de loonkosten daardoor flink oplopen. “Een serieuze bedreiging,” constateerde Gandert Roosen, die zijn vader in 2012 opvolgde als directeur. “Ik kreeg de opdracht om te onderzoeken of we werk zouden kunnen uitbesteden. Destijds was China het beloofde land, maar we kozen uiteindelijk toch voor India. De taal, de democratie, het opleidingsniveau en een oude, betrouwbare Indiase handelsrelatie die ons kon helpen, gaven de doorslag.”

In eerste instantie testte Roosen of de productie in India kon worden uitbesteed, maar al gauw bleek de communicatie moeizaam en de kwaliteit onder de maat. “We leveren aan multinationals in de medische, automobiel en nucleaire industrie, dus kwaliteit is voor ons cruciaal. Daarom besloten we om zelf een fabriek te bouwen in India.”

Samen met zijn Indiase zakenpartner, zette Roosen een joint venture op en werd begonnen met de bouw van een fabriek in Kanpur, een noordelijke industriestad aan de Ganges. “In 2006 begonnen we met het werven van personeel. Dat bleek niet zo moeilijk: in Kanpur is de beste technische universiteit van het land gevestigd. Bovendien is er veel minder concurrentie dan in het zuiden, waar veel (internationale) bedrijven op zoek zijn geschoold personeel. Terwijl de fabriek werd ingericht met machines uit Japan, leiden we onze nieuwe Indiase medewerkers op in Nederland. In januari 2007 ging de productie van start.”

Zoals zo vaak vormden cultuurverschillen in het begin het grootste struikelblok. “India is ontzettend hiërarchisch. Zo hadden we bijvoorbeeld een medewerker uit een hogere kaste die niemand durfde tegen te spreken, terwijl anderen het beter wisten. Het heeft ons anderhalf jaar geduurd om die hiërarchie op de werkvloer te doorbreken en een bedrijfscultuur te creëren waarbij iedereen zelfstandig nadenkt en op basis van zijn eigen vakkennis beslissingen neemt. Als er dan een keer iets fout gaat, moet je dat dan ook niet afstraffen. Fouten mogen gemaakt worden. Sinds die knop om is, loopt het als een tierelier.”

Na vier jaar draaide Roosens Indiase vestiging, waar 40% van de halffabrikaten worden gemaakt, break even. Nu is het de snelst groeiende divisie van het bedrijf. “20% van de omzet komt uit India en naar verwachting groeit dat door naar 30 à 40%. De lagere loonkosten en een overvloed aan hoogopgeleid personeel – onze voornaamste redenen om naar India te gaan – zorgen ervoor dat we gemiddeld ruim 20% goedkoper kunnen produceren en we opdrachten sneller kunnen uitvoeren omdat we extra capaciteit hebben. Onze concurrentiepositie is daardoor enorm verstevigd.” 

Plannen voor een fabriek in India? We helpen u graag op weg!

 

Dit is waarom designmerken kiezen voor productie van hun kleding en tassen in India

 

Oprichter Paulien Wesselink stampte haar hippe Nederlandse tassenlabel in vier jaar tijd uit de grond. De leren tassen worden gemaakt in Calcutta en verkocht in meer dan 120 winkels in twintig landen. “In India vond ik producenten die niet alleen goede kwaliteit leveren, maar ook Fair Trade gecertificeerd zijn.” 

Label van O My Bag

Label van O My Bag

Het gaat goed met het Amsterdamse tassenlabel O My Bag. In 2014 verkocht het duurzame tassenmerk van oprichter Paulien Wesselink (30) bijna 6.000 tassen en accessoires en boekte de start-up een omzet van ruim een half miljoen euro. Voor dit jaar ligt het winstgevende bedrijf op koers om zijn omzetdoel van 750.000 euro te behalen. In 2016 hoopt Wesselink de mijlpaal van een miljoen euro te realiseren. “Uiteindelijk willen we uitgroeien tot een internationaal gerenommeerd duurzaam tassenmerk.”

‘Het is een enorm voordeel dat producenten in India engels spreken’

Het succes kwam O My Bag niet aanwaaien, vertelt Wesselink, die net terug is van haar half-jaarlijkse werkbezoek aan India. In 2010 stapte de zojuist afgestudeerde onderneemster in het vliegtuig naar India en Indonesië met het idee om kwalitatief hoogwaardige, leren tassen te gaan produceren onder fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en zonder de inzet van giftige chemicaliën.

In zeven weken tijd bezocht ze dertig producenten en leerlooierijen en legde ze nuttige contacten. Wesselink: “In India klikte het: ik had een goed gevoel bij de mensen, veel meer dan in Indonesië. Aan China had ik aanvankelijk ook gedacht, maar dat leek me veel lastiger vanwege de taal. Dat Indiërs Engels spreken is een enorm voordeel.”

Tassen produceren in India

Op die eerste werkreis naar India vond Wesselink nog geen goede producent. Omdat ze op een verantwoorde wijze zaken wilde doen, wendde ze zich tot de World Fair Trade Organization. Zo vond de Amsterdamse een Fair Trade gecertificeerde leverancier even buiten Calcutta. De communicatie via de mail vanuit Nederland bleek lastig. Ondanks haar inspanningen om duidelijk te maken hoe de tassen eruit zouden moeten zien, voldeden de samples die Wesselink in Amsterdam ontving niet.

“Conclusie: ik moet er weer heen.” Vastbesloten om pas terug te komen met een afgeronde eerste collectie, stapte Wesselink in het vliegtuig naar Calcutta. Samen met de leverancier werkte ze een maand lang onafgebroken aan de eerste vier modellen. “Een goede zet. Vlak voor onze lancering tijdens de Amsterdam Fashion Week in de zomer van 2011, hadden we de eerste tassencollectie binnen.”

Paulien toont het eindproduct in India

Paulien toont het eindproduct in India

‘Kwaliteitscontroleurs zijn een must als je kleding in India produceert’

Achteraf gezien was de kwaliteit van die eerste collectie niet best, erkent Wesselink. “Bijna de helft van alle ritsen ging snel kapot. Gelukkig hebben we die klanten wel snel kunnen helpen aan verbeterde nieuwe tassen.” Aangezien ook de communicatie stroef bleef lopen, zocht ze verder naar nieuwe producenten. Inmiddels werkt O My Bag met vier andere productiepartners, die zowel groter als professioneler zijn.

Om te voorkomen dat de kwaliteit toch ondermaats is, huurt O My Bag sinds vorig jaar onafhankelijke kwaliteitscontroleurs in die het leer checken voordat de tassen worden gemaakt en de kant en klare tassen controleren voordat deze worden verscheept naar Europa. “Zo garanderen we dat onze tassen van topkwaliteit zijn,” stelt Wesselink. In de toekomst wil ze misschien investeren in een eigen fabriek, maar daarvoor is het nu nog te vroeg. “Als we snel blijven doorgroeien, sluit ik niet uit dat we die stap de komende jaren gaan zetten.”

Tips om succesvol te sourcen in India

Deepmala Datta, Consultant Market Expansion van IndiaConnected, zegt dat er kwaliteitsopties beschikbaar voor elk bedrijf dat in India wil inkopen. Of u nu actief bent in textiel, de medische of auto-industrie, India heeft iedere sector iets te bieden.

"De sleutel tot succesvol sourcen is de hulp in durven te roepen van een lokale partner die de perfecte leverancier voor u kan vinden", zegt Deepmala. "India is een zeer grote markt en als u niet weet waar u naar moet zoeken, kunt u gemakkelijk bij de verkeerde optie uitkomen. Zoals O My Bag overkwam."

"U moet begrijpen in welke Indiase staat of stad ze de meeste expertise in uw sector of specifiek product hebben", legt Deepmala uit. "Voor internationale bedrijven, met weinig ervaring in India, is het moeilijk om dat goede overzicht van de markt te krijgen en om te kunnen uitvogelen waar de productieclusters van uw segment zich bevinden. Daarom speelt een plaatselijke consultant zo'n belangrijke rol in dit proces; hij of zij kan niet alleen het onderzoek voor u doen, maar ook de juiste leveranciers voorselecteren op basis van essentiële criteria zoals ervaring en expertise.”

"De fout die we veel bedrijven zien maken is de eerste leverancier te kiezen die ze tegenkomen zonder de nodige zorgvuldigheid te betrachten of voldoende te testen. Het vinden van een leverancier van hoge kwaliteit kost tijd, want u moet ze de gelegenheid geven uw product of component te bestuderen en te ontwikkelen", zegt Deepmala. "Dat proces zal zeker 6 maanden of langer kosten. Het hebben van een plaatselijke vertegenwoordiger, die follow-ups kan doen, de locatie kan bezoeken en tijdrovende processen kan overnemen, zal dit proces niet alleen versnellen, maar zal er ook voor zorgen dat uw bedrijf de hoogwaardige oplossing krijgt die het zoekt."

Benieuwd naar wat de Indiase productiesector uw bedrijf te bieden heeft? Of zou u graag eens willen sparren over het starten met sourcen in India?