Jarenlang was het zwoegen voor Metaflex in India. Maar de volharding van de Gelderse producent van hoogwaardige operatiekamer- en koelvriesdeuren wordt inmiddels beloond. "India is goed voor de helft van onze jaaromzet."
Productie in India
"We zijn ontzettend trots op de reis die we in India hebben afgelegd," vertelt algemeen directeur Tom Engbers. Zelf is Engbers geen getuige geweest van de moeilijke opstartjaren van Metaflex in India - hij zit pas twee jaar in de directie van het bedrijf uit Aalten - maar hij kent de geschiedenis wel. "In 2006 kwamen onze aandeelhouders met het plan om een fabriek in India te starten. Niet voor het uitbesteden van onze productie, maar gericht op verkoop in India. Hij zag grote kansen voor Metaflex in de Indiase gezondheidszorg en levensmiddelenindustrie."
Tijd, energie en geld
De eerste jaren stak Metaflex veel tijd, energie en geld in de Indiase fabriek, maar de inspanningen leverden niks op. Terwijl het bedrijf in India aanmodderde - de ene na de andere Indiase directeur kwam en ging weer - hakte de crisis in Europa erin. In 2010 ging het roer om. Metaflex stootte verschillende bedrijfsonderdelen af en richtte zich volledig op de productie van hoogwaardige deuren voor geconditioneerde ruimten. Sinds de aanstelling van de huidige Indiase directeur Rajesh Sikka in 2014 is de fabriek in Greater Noida, anderhalf uur buiten Delhi, winstgevend. Engbers: "We hebben Rajesh gevonden via een headhunter, heel traditioneel eigenlijk. Zijn komst was echt een kantelpunt. De impact van een goede lokale directeur is niet te onderschatten: hij wordt lokaal gerespecteerd en kent de markt door en door."
400 procent groei in vijf jaar
In India richt Metaflex zich op drie sectoren. Deuren voor koelvrieshuizen is de belangrijkste afzetmarkt. Daarna komen deuren voor operatiekamers in ziekenhuizen en deuren voor laboratoria van pharmaceutische bedrijven. Deuren voor industriële magazijnen vormen een derde markt. Behalve de fabriek in Noida heeft het bedrijf vier verkoopkantoren in India. Metaflex verzorgt ook het onderhoud voor Indiase klanten. In totaal werken er ruim tweehonderd man. Engbers: "De afgelopen vijf jaar zijn we verviervoudigd in India. En we denken dat we de komende jaren nog een keer kunnen verdubbelen. Die groei komt voor het grootste deel uit India, maar vanuit de India fabriek leveren we ook aan klanten in het Midden Oosten en Zuid-Oost Azië."
Vervlochten
Het Nederlandse en het Indiase team werken innig samen. Engbers: "Oorspronkelijk waren het twee separate bedrijven in handen van dezelfde aandeelhouders. De laatste paar jaar zijn we echt vervlochten tot één bedrijf. Onze Indiase fabriek kan precies dezelfde producten maken als de fabriek in Nederland. We hebben een global account management team opgezet: Indiase en Nederlandse medewerkers werken intensief samen om onze producten te verkopen in markten buiten de EU en India. Afhankelijk van de locatie van de klant en de precieze vraag wordt die klant beleverd vanuit India of Nederland."
Geen joint venture
"Wat ons verhaal uniek maakt, is dat we vanaf het begin zelfstandig opereren in India," stelt Engbers. "We zitten niet opgescheept met een joint venture partner. Je hoort vaak dat partijen zich na een paar jaar gefrustreerd terugtrekken uit India omdat een samenwerking met zo'n JV-partner is vastgelopen. Natuurlijk hebben wij onze eigen aanloopproblemen gehad: het opzetten van een nieuwe fabriek in een nieuw land is altijd een crime. Ik heb groot respect voor het doorzettingsvermogen van onze aandeelhouders. Je moet de financiële middelen hebben om de beginfase uit te houden, maar vooral ook overtuigd zijn van je product en je plan."